Met dit spel oefen je verschillende spellingregels in. De leerling werpt met een dobbelsteen en beantwoordt de opdracht die bij het aantal ogen hoort. Hij/ zij schrijft de woorden/ zinnen onder de opdracht. Heb je de opdracht al opgelost? Dan werp je opnieuw.

Dit spel kan individueel of in duo’s gespeeld worden. Wanneer de leerlingen in duo’s spelen, krijgen ze elk een blad. Het is dan de bedoeling dat ze andere woorden/ zinnen maken dan hun partner. Ze kunnen nadien de woorden/ zinnen van hun partner controleren.

Dit spel bestaat in 3 varianten. De plustekens duiden de moeilijkheidsgraad aan.

De leerlingen nemen een kaartje en kiezen het stokje met de juiste klank. Door middel van de bol, op de achterkant van het kaartje, kunnen de leerlingen de oefening zelf nakijken.

Let op: de gekleurde bol moet u er zelf nog op tekenen. U kan er ook voor kiezen om de klank op de achterkant van het kaartje te schrijven. Op deze manier kunnen de leerlingen het zelf nakijken.

De leerlingen nemen een kaartje en kiezen het stokje met de juiste klank. Door middel van de bol, op de achterkant van het kaartje, kunnen de leerlingen de oefening zelf nakijken.

Let op: de gekleurde bol moet u er zelf nog op tekenen. U kan er ook voor kiezen om de klank op de achterkant van het kaartje te schrijven. Op deze manier kunnen de leerlingen het zelf nakijken.

De leerlingen nemen een kaartje en kiezen het stokje met de juiste klank. Door middel van de bol, op de achterkant van het kaartje, kunnen de leerlingen de oefening zelf nakijken.

Let op: de gekleurde bol moet u er zelf nog op tekenen. U kan er ook voor kiezen om de klank op de achterkant van het kaartje te schrijven. Op deze manier kunnen de leerlingen het zelf nakijken.

Op het blad staan verschillende oefeningen met een gekleurde bol. De leerlingen koppelen het juiste antwoord aan de oefening door middel van een gekleurde wasknijper. Op de achterkant kunnen ze zelf de oefeningen nakijken.

Een spel om het bewegend leren te stimuleren.

Om de beurt draait een leerling aan de pijl. De leerling maakt een woord met de meertekenklank waar de pijl stopt. Hij/zij schrijft het woord op het schrijffiche en laat het woord controleren door de andere leerling(en). Is het woord juist geschreven? Dan verdien je 1 punt. Is het woord fout geschreven? Dan verdien je geen punt.
Wie heeft er na x aantal minuten de meeste punten?