Werkwoorden
Hieronder vindt u allerlei spelletjes die kunnen worden ingezet bij de leerstof rond werkwoorden in de tegenwoordige en verleden tijd.
Werkwoordenkwartet
Werkwoordenspelling
Is het nu d, t of dt? Een vraag waar veel leerlingen het moeilijk mee hebben... Vandaar dit spel!
De leerlingen nemen een kaartje en kiezen het stokje met de juiste uitgang van het werkwoord. Door middel van de bol, op de achterkant van het kaartje, kunnen de leerlingen de oefening zelf nakijken.
Let op: de gekleurde bol moet u er zelf nog op tekenen.
Knijperspel werkwoorden tegenwoordige tijd
Bingobord stam en infinitief
Elke speler plaatst een pion op het vak links bovenaan. Dit vak telt nog niet mee. Kies wie speler 1 is en wie speler 2 is. Speler 1 werpt met een dobbelsteen. Zet het aantal stapjes dat op de dobbelsteen staat. Kruis op jouw spelerskaart het antwoord van het vak waarop jouw pion staat. Daarna is het de beurt aan de speler 2. Kom je terecht op een vakje waarvan je het antwoord al hebt aangekruist? Dan is je beurt over en speelt de volgende speler. Wie als eerst z’n spelerskaart helemaal heeft aangekruist. is de winnaar!